Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [20]rookt van het [21]gedesemde een lofoffer, en roept vrijwillige offers uit, doet het horen; want alzo [22]hebt gij het gaarne, gij kinderen Israels! spreekt de Heere HEERE. 20. Zie Lev.2:1,15. 21. Zie Lev.2:11, en Lev.7:13. Doch het schijnt dat de Israelieten een nieuw reukoffer uit zuurdesem hadden verzonnen, doende alzo vele zonden tevens. I. Gevende den afgoden wat Gode toekwam. II. In een andere plaats den te Jeruzalem. III. Nieuwe overtollige diensten tegen Gods wet invoerende, om kwanswijs een ijver te betonen. 22. Hebr. hebt gijlieden lief, of bemint gij, gelijk elders; alsof God zeide: Gij wilt het toch zo hebben, doet het dan, maar bedenkt hoe het u bekomen is, en wijders bekomen zal, gelijk volgt.